Ik en plankgas…geen goede combinatie…maar gisteren wel.
Het moest.
Ik moest.
Ik wilde.
Ik was gisteren in Delft, een cursusdag waar ik enorm naar uit keek. Op een plek waar ik nog meer naar uit keek. Was er al de avond ervoor, in een fijne B&B, in een heerlijke kamer voor mezelf…ah…kon ik maar even een week hier zijn!
Mijn agenda zit vol, te vol, zoveel (nieuwe) cliënten die mijn aandacht vragen. Ik word enorm uitgedaagd de aandacht bij mezelf te leggen, terug naar de baarmoeder, de veiligheid en de ruimte in mezelf vinden en koesteren.
De dag is mooi, ik kies voor de ruimte in mezelf, ga niet mee in de behoefte van de groep. Zij willen vooral doen, oefenen, praktisch bezig zijn. Ik niet…ik wil verlangzamen en laat dit toe. Ga in de middag wandelen, alleen in de zon, dankbaar voor licht en liefde.
Maar om half 5 voel ik de onrust knagen. Ik wil eerder terug naar huis, naar mijn kind. Hij heeft zijn presentatie van zijn profielwerkstuk op school. En ik wil daarbij zijn!
Het moet!
Ik moet!
Nu zou het mogelijk moeten zijn om in zo’n anderhalf uur vanuit Delft naar het Helmondse te rijden. Maar ik voel dat dit een uitdaging gaat worden. En mijn gevoel klopt…zoals altijd..
Ik rij van file naar file…minuten tikken voorbij…te snel…de kilometers te langzaam.
“Ach mam, is niet erg als je het niet haalt”, zei hij eerder deze week.

No way! Not today!
Als ik ergens tussen Breda en Tilburg de zoveelste vertraging inrijd, roep ik: “ik ga het halen, laat het me in godsnaam halen”!!
Tijdstip 19.00 uur is de tijd, DE tijd, die ik moet halen. Een kwartier voor aanvang sta ik vast in Eindhoven, zit al bijna 2 1/2 uur in de auto. En daar ga ik…
Plankgas! Binnen 5 minuten ben ik van Eindhoven in Helmond, vol gas. Alsof ik opnieuw aan het bevallen ben. Mijn gedachten gaan terug naar bijna 17 jaar geleden, en zijn vader ook met plankgas en puffende mama-to-be naar ziekenhuis raast. Ook deze bevalling ga ik voltooien!
Gas erop…130 km voorbij Brandevoort..Mierlo Hout…misschien 6x geflitst…I don’t care!!..Hup met die ontsluiting.
Om 18.59 uur kom ik hijgend, puffend (maar dan anders) en met rood hoofd het lokaal binnen, ouders die me aanstaren, mijn kind staat al klaar, hij gaat over een minuut beginnen.
“Je hebt het gehaald!”, zegt hij, en ik zie dat hij blij is.
Ik ga achterin zitten, op de laatste vrije stoel. Hij kijkt me aan voordat hij begint, ik steek mijn duim op, hij knikt naar me…hij weet dat het goed komt…ik ook.
En dan begint hij, met twee vrienden, daar staan ze…mannen van 17 van 2 meter. Hun thema: ‘Hoe kunnen ouders hun kind helpen in de brugklas’. Wauw…zelf gekozen! Trots! De mannen delen kort hun eigen moeilijke ervaringen in de brugklas. Ik word geraakt door hun kwetsbaarheid. Maar ik word vooral geraakt door mijn kind. Is dat mijn kind? Die jongen die daar zo mooi en krachtig zijn verhaal houdt, zonder spiekbriefje, zijn publiek aankijkt, en zo duidelijk articuleert, is dat mijn kind? Mijn god…hij moet ook op een podium!! Ik moet mijn tranen bedwingen.
Na afloop komt hij naar me toe en zegt: “tjongejonge nou een douche…ik heb klotsende oksels!”
Hij is blij dat het erop zit, hij wil naar huis…douchen…chocomel drinken en voetbal kijken.
“Nee mam, ik ga echt niet op een podium en ook niet voor de klas later”, zegt hij later onderuit op de bank.
Ik ga doen wat ik zelf leuk vind!
Goed kind…
Vooral doen…
Maar mag ik de navelstreng nog een beetje vasthouden?